EWOUT 40
herinneringen van Carry
Mijn eerste herinnering aan Ewout is dat Ewout met een aantal vrienden de bovenverdieping aan het leegslopen is. Ewout is bezig aan het open raam aan de voorkant en ik kom teruglopen uit school. Ewout ziet mij en begint heel erg te lachen. Ewout vraagt mij of ik een nieuwe kledingstijl heb. Ik was helemaal vergeten dat ik nog verkleed was als de heks Platvoetje: zwart jurkje, blauw met witte kousen, groene haren, zwarte schoenen beschilderd in alle kleuren.
Een andere herinnering is dat Ewout hier aan de deur komt omdat hij zo erg ongerust is dat het zo vreselijk lang duurt voordat Cato wordt geboren. En dat ik dat erg ontroerend vond van zo’n grote sterke man.
Een volgende herinnering is uit de tijd dat Oeds door een voormalige klasgenoot, Moesa, werd bedreigd en daar erg angstig over was geworden, en wij als ouders van de weeromstuit erg bezorgd. Als Ewout hiervan hoort biedt hij zich spontaan aan om voor Oeds in de bres te springen en tegen de gevreesde Moesa in het geweer te komen. Het werd nooit nodig maar de toezegging op zich bracht hier in huis geruststelling.
De laatste herinnering: we gaan roeien met de wherry op Zijpzet. Eigenlijk waait het een beetje te hard en ik roei de wherry over de Brekken door de Zijp naar de kleine meertjes. Daar gaat Ewout roeien en hij krijgt de smaak te pakken. Met het roeien gaat het goed en Ewout wil de wherry ook terugroeien naar de haven. Maar als we op de Brekken komen is het inmiddels nog veel harder gaan waaien en zijn er ook hele hoge golven. Zodra Ewout de boot even niet goed op de golven houdt, rolt er een golf naar binnen. Ik bedenk dat als Ewout blijft roeien we met de honderd jaar oude boot en al zeker zullen zinken, hoewel we als we van plaats gaan wisselen waarschijnlijk óók in de golven zullen verdwijnen. Toch lukt het ons om elkaar in de smalle wherry te passeren en zijn we veilig in de haven teruggekomen. Het was een spannend avontuur.
verhandeling van Peter over de H. binsbergensis
Op verschillende vindplaatsen zijn resten gevonden van een tot nog toe onbekende robuuste hominide die de voorlopige soortnaam Homo binsbergensis heeft gekregen en op grond van dateringen wordt geacht tot ver in het holoceen gelijktijdig – en misschien zelfs in contact – met sapiens geleefd te hebben, en mogelijk nog steeds niet is uitgestorven.
De gevonden resten liggen verspreid over een opmerkelijk uitgebreide habitat die zich over verschillende werelddelen uitstrekt, hetgeen verschillende onderzoekers tot de gewaagde hypothese heeft gebracht dat binsbergensis zich te land mogelijk op kleine wieltjes heeft voortbewogen en bij transoceanische passages voldoende krachtige vleugels heeft ontwikkeld om zijn massieve gestel door de lucht te verplaatsen.
De robuuste bouw van deze hominide veronderstelt een sociale levenswijze waarbij het mannetje als pater familias en groepsoudste zijn beschermende vleugels uitsloeg over een harem van minder gespierde doch hoogintelligente wijfjes. Bij deze positie behoort een goedaardig en kinderlievend temperament, waardoor binsbergensis actief deelneemt aan de opvoeding van zijn en andermans kroost en zelfs opkomende jonge mannetjes rustig met zich laat sollen.
In de omgeving van de stad Rugby zijn merkwaardig verstrengelde gebroken en gekneusde beenderen van meerdere mannelijke individuen opgegraven die erop wijzen dat deze soort zich in het verleden onledig heeft gehouden met een vorm van gemeenschappelijke rituele zelfdestructie. Alle reden om de resterende exemplaren van deze soort met bijzondere zorg in stand te houden!
Lieve Ewout,
Gefeliciteerd!
Carry en Peter
Amsterdam, Sloterkade
vrijdag 10 augustus 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten